In 1551 beschreef de Zwitserse naturalist Konrad Gessner bruin vet als “geen vet, en ook geen vlees (nee pinguitudo, nee cara), maar iets ertussenin”. Nu, zo’n 460 jaar later, weten we dat Gessner de oorsprong van bruine vetcellen goed had geraden – het zijn geen typische opslagcellen voor vet of ‘vlees’ (spiercellen), maar hebben juist kenmerken van zowel witte vetcellen als spiercellen, evenals verscheidene kenmerken die uniek zijn voor bruine vetcellen. Eén van de unieke eigenschappen van bruin vet is de mogelijkheid om energie die opgeslagen is in vet (‘triglyceriden’, TG) te verbranden tot warmte, een proces waarvoor het ontkoppelingseiwit UCP1, dat specifiek in bruin vet voorkomt, mede verantwoordelijk is. De recente ontdekking dat bruin vet zowel aanwezig als actief is in volwassenen betekende het begin van een fascinerend nieuw onderzoeksgebied in het veld van metabolisme. Omdat bruin vet grote hoeveelheden vet letterlijk kan oplossen, en op die manier in belangrijke mate bijdraagt aan ‘energieverbruik’, wordt bruin vet momenteel beschouwd als een mogelijk aangrijpingspunt om obesitas en aan obesitas gerelateerde stoornissen in de stofwisseling tegen te gaan zoals type 2 diabetes en hart- en vaatziekten (HVZ). Interessant is dat Hindoestanen, een bevolkingsgroep die ten opzichte van blanke Kaukasiërs erg gevoelig is voor het ontwikkelen van type 2 diabetes en HVZ, een lager energieverbruik hebben wat in theorie dus veroorzaakt zou kunnen worden door een verlaagde activiteit van het bruin vet.
De studies waarvan de resultaten in dit proefschrift beschreven staan hadden tot doel om 1) meer inzicht te verwerven in de fysiologie van bruin vet, 2) nieuwe methoden en aangrijpingspunten die bruin vet kunnen activeren te identificeren, en 3) te onderzoeken in hoeverre bruin vet betrokken is bij de stofwisseling in mensen, met name gericht op mogelijke verschillen tussen Hindoestanen en blanke Kaukasiërs.
De studies waarvan de resultaten in dit proefschrift beschreven staan hadden tot doel om 1) meer inzicht te verwerven in de fysiologie van bruin vet, 2) nieuwe methoden en aangrijpingspunten die bruin vet kunnen activeren te identificeren, en 3) te onderzoeken in hoeverre bruin vet betrokken is bij de stofwisseling in mensen, met name gericht op mogelijke verschillen tussen Hindoestanen en blanke Kaukasiërs.